Sinds ik voor het eerst over COVID-19 hoorde en vandaag de proporties zie die dit aanneemt, is er een vraag die ik mezelf blijf stellen; “Wat leren we hiervan en hoe komen we er sterker uit?” Ik zie wel maatregelen op korte termijn, zoals afstand houden, geen direct contact, een mondmasker dragen… nu hoop ik dat dit niet het nieuwe normale wordt en dat we wat langer kijken dan onze neuzen lang zijn, vind je niet?
In deel 1 ben ik vooral op eten ingegaan, in deel 2 op vervuiling en vandaag is het de beurt aan fossiele brandstoffen.
Als je deel 1 niet hebt gelezen, is het niet slecht om de tekst onder “Om te beginnen wil ik graag schetsen waar mijn informatie over COVID-19 vandaan komt, niet onbelangrijk in het verhaal” te lezen, om een duidelijker beeld te krijgen van mijn visie.
Onze manier van leven gebruikt te veel energie, we hebben te veel fossiele brandstoffen nodig en ons voedsel, water en lucht lijden daaronder. Voor de dingen in deel 1 en deel 2 kunnen we vaak de schuld op anderen afschrijven. Nu heeft ieder van ons indirect zijn aandeel erin. Het is ons geweten, dat we wijs maken dat we persoonlijk alles doen wat we kunnen. Doen we dat? En denken we dat we ons bewust zijn van al onze acties?
Ik herinner me dat toen ik nog niet lang werkte, ik tussen de 60.000 en 80.000 km per jaar reed voor het werk en een baas me in zijn kantoor riep en zei: “dit is geen voordeel in natura dat we je geven, dit is goud in kilo’s“. Ik geef toe dat het zo’n gesprek was dat me deed beseffen dat ik inderdaad voor het minste met de auto rijd. Als ik net 100 km had gereden en had gemerkt dat ik iets was vergeten, zou ik helemaal geen creativiteit hebben om een oplossing te vinden, ik zou gewoon terugrijden om het te halen. Klinkt dat bekend?
Vaak zie ik ook zwaar vervuilende fabrieken langs de weg staan en dan zeg ik tegen mezelf: “hoe is het mogelijk dat ze dit nog steeds toestaan?“. Waar ik niet aan denk is dat die fabriek bestaat vanwege de aankopen die ik doe. Ja, maar ik koop geen vrachtwagens, nee maar hoe denk ik dat de dingen die ik in de supermarkt koop daar komen? Maar al te vaak wil ik niet zien dat ik er iets mee te maken heb, nu al te vaak is dit juist een illusie.
Tijdens deze COVID-19 periode, weet ik dat naar de winkel gaan, niet echt iets is om naar uit te kijken. Idealiter doe ik het één keer per week en zorg ik ervoor dat ik alles bij me heb. Als ik iets vergeet, is dat jammer en dat zal het voor volgende week zijn. Hoe komt het dat dit tijdens COVID-19 mogelijk is, en dat we vroeger toch de auto namen om terug te rijden? Dat hangt af van mijn gedachten over winkelen en vergeten.
In deze periode heb ik echt ontdekt dat ik nog eenvoudiger kan leven dan hoe ik al leefde en dat dit ook direct bijdraagt aan het minder verbranden van fossielen.
Hier is een lijst met enkele voorbeelden:
Auto – we hebben 2 auto’s, waarvan er 1 op deze tijden naar buiten komt, 1 of maximaal 2 keer per week om te winkelen. De rest doe ik op de fiets. Natuurlijk is ons leven normaal gesproken een ander ritme dan wat het nu is, nu ik kan eenvoudig zien dat er veel ruimte voor verbetering is.
Fiets – draagtassen kunnen aan de fiets worden bevestigd, of zoals bij mij een aanhanger die tot 90kg kan dragen. Dit kan gebruikt worden om toch al aardig wat mee te nemen. Ik probeer altijd de reflex te hebben om het waar mogelijk met de fiets of te voet te doen.
Elektriciteit – Ik probeer elk verbruik in twijfel te trekken. Vooral licht en verwarming gebruik ik helemaal niet in deze langere en warmere dagen. Ook zijn de meeste apparaten volledig uitgeschakeld met de stekker uit het stopcontact. Wasmachines, wasdrogers, strijkijzers… worden allemaal in vraag gesteld om te zien of er geen alternatieven zijn die minder fossielen verbranden.
Water – Ik probeer elk verbruik in twijfel te trekken en te kijken of er geen alternatieve manieren zijn om eraan te komen. Ik denk vooral aan regenwater, maar ook aan bepaalde soorten water (afwassen, schoonmaken…) dat hergebruikt kan worden voor toiletten en dergelijke. Denk twee keer na voordat je de kraan openzet.
Afval – Ik probeer al mijn afval in kaart te brengen en in vraag te stellen. Overal waar plastic bij is, controleer ik of er geen alternatief is zonder plastic. En raar, maar waar, er is bijna altijd één. Natuurlijk kost het wat meer moeite en is het niet zo vanzelfsprekend, nu na een tijdje de nieuwe aanpak te doen, merk ik al snel dat het eigenlijk enkel een gewoonte is. Nul verspilling zou de standaard moeten zijn en de rest zou extreem duur moeten zijn, zodat we de juiste compensaties voor de natuur kunnen maken.
Kopen – wat koop ik en waar komt het vandaan? En is het niet beter om meer te betalen voor bepaalde groenten of fruit omdat ze van een lokale producent komen? Ik heb meer geld verloren, maar ik verbrand minder fossielen. Mijn keuze is vlug gemaakt.
Bovenstaande punten zijn niet eenvoudig, dat weet ik, nu ze laten wel zien hoe schuldig elk individu is aan het verbranden van fossielen en hoe gewoon we zijn aan het gebruik ervan in onze samenleving. COVID-19 toont ons duidelijk dat er andere manieren zijn, waarom ze niet standaard beginnen toe te passen? Welke acties worden er in dit verband ondernomen? Wie neemt er zelf al zijn persoonlijke acties hieromtrent? Ik heb er nog geen gehoord, laat ze mij weten. Ik ben echt geïnteresseerd in een betere toekomst dan degene die ik tot nu toe waarneem.
Stay tuned voor “deel 4 – snelheid”.
#verandering #positief #covid19
Recente reacties